Straatnamen: vele gemeenten kiezen voor plantennamen,
maar weten de bewoners wel hoe die eruit zien?
Wikke, Zilverschoon, Kruiskruid, Kalmoes, Weegbree,
Iris, Ereprijs en Poelruit zijn enkele straatnamen.
De planten zelf vindt men aan het heempad.
Ligging: tussen Zwarte Pad (Zijde kant, nabij spoorwegovergang) en Ringdijk.
Lengte: ongeveer 180 meter, schelpenpad met twee bermen/ oevers, aansluitend water.
Ontstaan: najaar 2009, uitgegraven tuinperceel Verlaan, voor vervangende waterberging.
Initiatief heempad: Hans van Dam i.s.m. Gemeente Boskoop en ondersteuning Wellant.
Aantal inheemse plantensoorten: ruim 300, afhankelijk van jaargetijde en ontwikkeling..
Vrij toegankelijk wandelpad voor iedereen.
Aan hondenbezitters wordt gevraagd alert te zijn op (ongewenste) hondenpoep en
uitgraven van planten (stoeiende honden).
Het plukken van bloemen is schadelijk voor het heempad en haar ontwikkeling.
Plukken door leerlingen (voor herbarium) na toestemming en alleen onder toezicht van docent.
Rondleidingen met uitleg: periodiek en op afspraak.
Wees zuinig op Boskoop's heempad. Elke plant heeft zijn eigen karakter en eigenschap.
Een greep uit de bijzonderheden.
Te zijner tijd worden aan deze site data van geplande rondleidingen geplaatst onder de kop:
Heempad Verlaan Boskoop Actueel.
Na de zomer zal op deze site een lijst worden geplaatst van alle, op dit heempad geplante
(en overlevende) soorten. Hier selectief een aantal bijzonderheden uit ons rondleidingsprogramma.
Gele Lis: niet enkel een fraaie plant met gele bloemen, ook een oeverversteviger met wortelstok.
Brandnetel: een pioniersplant op nieuwe grond, maar ook de waardplant voor rupsen
van de kleine vos, dagpauwoog en meer. De brandnetel is hoogwaardig vitaminerijk,
kan als soep of thee worden gebruikt. Brandnetelgier kan tegen ongedierte worden gebruikt.
Hondsdraf, Weegbree en Moederkruid: geprikt door een brandnetel? Gestoken door en mug?
Pluk een blad van genoemde planten, hun zuiverende werking verzacht de pijn.
Kikkers: verhoogde activiteit van kwakende kikkers? Er komt vast en zeker een vliegtuig aan,
zij voelen de trilling voordat u het hoort. Er ontstaat een groeiende populatie van de groene kikker bij het heempad.
Look zonder Look: een kruisbloemachtige plant met witte bloemen,
waardplant van het oranjetipje (de rups), het blad heeft bij wrijving een uiengeur.
De naam spreekt voor zichzelf.
Cleistogamie: zaadvorming in de knop, zonder bloeiperiode vooraf.
(A-sexuele voortplanting). Bij kouder weer, ongunstige groeiplaats, soms kost het een plant
teveel moeite om het bevruchtingsproces te doorlopen (bijen, vlinders, bestuiving, wind).
Om zaad te vormen zonder 'het gedoe' rijpt het zaad in de knop zonder bloeiproces.
Voorkomend bij paardenbloem, braam, violen, maar vooral, bijna standaard bij de kluwenhoornbloem.
Wilde peen: de donkere bloem centraal in het witte scherm is een lokbloem,
vliegen denken daar is wat te halen, omdat die donkere bloem op een vlieg lijkt,
een extra kans op bestuiving dus.
Kompassla is de eetbare stamplant van diverse cultivars, waaronder de kropsla.
Zeepkruid: een anjerachtige, geurt als zachte zeep, met zacht roze kleur zoals zeep soms oogt.
Het wortelsap geeft een schuimend effect en werd vroeger gebruikt om wol te wassen.
Smeerwortel: de witte of paarse bloemen zijn geliefd bij bijen, echter alleen langtongige bijen
kunnen de nectar bereiken. Bijen en hommels met korte tong hebben daar wat op gevonden.
Ze maken de kroonbuis onderaan, van opzij open en 'stelen' de nectar zonder de bloemen te bestuiven.
Je kunt de gaatjes met het blote oog zien. Het schaadt de smeerwortel niet.
Kattenstaart: deze bevat looistoffen die tegen darmklachten werden gebruikt en destijds tegen
de cholera epidemie in Engeland. Het is de favoriete plant voor het koolwitje. Zodevormend.
Donzige klis: de weerhaakjes van de klisvrucht vormden het uitgangspunt voor het klittenband.
In 1951 vroeg een Belg patent aan op dit principe. Of hij het kreeg weet ik niet.
Driedelig en knikkend tandzaad: deze moerasplanten gebruiken hetzelfde principe voor hun
zaadverspreiding (soldatenknopen). Ook kleefkruid kent deze wijze van verspreiding
(zaden haken vast aan kleding of dierenvacht).
Koninginnekruid: ook wel bekend als Leverkruid. Die laatste naam dankt het aan de volksgeneeskunst,
aanbevolen bij lever- en galklachten. Nog steeds toegepast in de homeopatie.
De volksnaam Koninginnekruid dankt het aan de toepassing van wondheelkruid voor de heilige Kunigunde,
de gemalin van Hendrik II (uit de 11e eeuw). Het is hier een veel voorkomende vlinder plant,
algemeen onkruid in tuinen door lpluisverspreiding.
Rode- en witte klaver: de wortels hebben kleine knolletjes die bacteriën bevatten.
Deze binden stikstof uit de lucht en maken dat als voedsel beschikbaar voor de plant.
Deze vorm van symbiose komt algemeen voor bij vlinderbloem-achtigen. Vandaar hun toepassing als groenbemesting.
Het klavertje vier is een zeldzame afwijkende bladvorm van de witte klaver.
Velen zoeken het, sommigen vinden het, in het volksgeloof brengt klaver vier geluk.
Wilde marjolein: is de inheemse vorm van het als tuinkruid bekende Italiaanse Oregano.
Het is dit kruid wat men op deze heemdijk aantreft, vaak verwilderd in volkstuinen.
Vingerhoedskruid. Deze plant is zeer giftig en vormt grote groepen in parken en buitenplaatsen.
De kleurvlekjes in de bloem lijken op meeldraden en lokken insecten verder de bloemkelk in
waar het echte stuifmeel zit. Bij nauwkeurig vastgestelde dosering wordt het als effectief middel
toegepast bij hartklachten en tegen zweren.
Herderstasje en vroegeling: Twee van de meest voorkomende kwekerij onkruiden.
Een herderstasje kan bij gunstig weer in een cyclus van 2 weken van kiemplant tot volwassen
uitzaaiplant komen. Even niet opgelet en de volkstuin staat er vol mee. De vroegeling is eveneens
een zeer veel voorkomend onkruid, die bij zachte winters soms al in januari bloeit.
De naam dankt het herderstasje aan de gelijkenis van de schoudertas van de herders in de middeleeuwen.
In China wordt de plant als groente gegeten, ook toegepast als stelpend middel bij bloedneuzen.
We zullen het niet uitproberen.
Weegbree: Door de geringe hoogte groeien smalle en grote weegbree vooral het dichtst bij de
loop en rijpaden. Het zaad van weegbreesoorten wordt kleverig bij nat weer en verspreidt zich
zo rond de wereld. Kwam eerst niet in Amerika voor, Indianen noemen de plant 'de voetstap van de blanke man',
omdat hij ging groeien waar de blanken kwamen. Weegbree is pijnverzachtend bij insecten steken en brandnetelprikken.
Kleefkruid: een walstroachtige, bestrijders van de plant zijn tevens de grootste verspreiders.
Ze groeien in verwaarloosde parken en tuinranden. Plantsoenarbeiders en tuinders die schoffelen
verspreiden de zaden met hun kleding. Deze zaden, die op de omgewoelde (geschoffelde) plaatsen
vallen ontkiemen daar. Ook vogels en bijvoorbeeld honden zijn verspreiders.
Lievevrouwebedstro: dit is het fraaie zusje van het lastige kleefkruid. Beiden behorend tot de
walstro familie. Lievevrouwebedstro is een heerlijk geurende sterke bodembedekker op schaduw rijke plaatsen.
De geurstof cumarine geeft aroma aan bepaalde drankjes, maar ook gedroogd in ruimten.
Bij teveel gebruik (snuiven, consumeren) heeft het een licht verdovende werking.
Grote Waterweegbree: kan huidirritatie bezorgen. Is een geliefde plant voor zweefvliegen.
De plant bloeit 's middags, terwijl de hier ook voorkomende variant, slanke waterweegbree
in de ochtend bloeit. Favoriete vijverplant.
Slangenwortel: behoort tot de Aronskelkfamilie. De wortelstokken geven de plant de naam,
kronkelend, slangvormig, in elkaar hakend en zo drijvende eilandjes makend in sloothoofden.
Bloeit niet rijk, mooie witte kelken met groene gloed en scharlakenrode bessen in trossen.
Giftig.